Zo verpot je jouw plant
Het verpotten van planten is een belangrijke stap in de verzorging. Het geeft ze de ruimte en de voedingsstoffen die ze nodig hebben om goed te groeien.
Na verloop van tijd vullen planten hun huidige pot met wortels. Als de wortels te strak worden, hebben ze niet genoeg ruimte om uit te strekken, wat de groei van de plant kan belemmeren. Verpotten naar een grotere pot geeft de plant meer ruimte om te groeien en meer kansen om zich verder te ontwikkelen.
Ook raken de voedingsstoffen in de potgrond met de tijd op. Verpotten biedt de gelegenheid om verse potgrond toe te voegen, welke rijk is aan voedingsstoffen en een betere drainage biedt. Daarnaast kun je tijdens het verpotten ook direct de wortels inspecteren. Dode of beschadigde wortels kunnen worden verwijderd, wat de algehele gezondheid van de plant zal bevorderen.
Hieronder geven wij je wat tips over hoe je jouw plant het beste kunt verpotten.
Benodigdheden:
- Een nieuwe pot, iets groter dan de huidige pot van de plant (we raden 20% groter aan).
- Verse potgrond geschikt voor de specifieke behoeften van jouw plantensoort.
- Een kleine schep of lepel.
- Waterdichte binnenhoes.
- Vulcastrat of hydrokorrels.
- Watermeter of vochtmeter.
- Kies het juiste moment. De beste tijd om een plant te verpotten is meestal in het voorjaar, wanneer de plant actief begint te groeien en zichzelf snel kan herstellen.
- Zorg ervoor dat de nieuwe pot schoon en netjes is. Plaats de waterdichte binnenhoes in de pot en leg een laag vulcastrat of hydrokorrels op de bodem (ongeveer 2-3 centimeter). Als je een watermeter gebruikt, plaats deze dan nu. Als je een vochtmeter gebruikt, doe dit als laatste stap.
- Verwijder de plant voorzichtig uit de oude pot door deze ondersteboven te houden en voorzichtig op de randen te tikken. Als de plant niet gemakkelijk loskomt, trek dan voorzichtig aan de bovenkant van de kluit of maak deze los met een schep of lepel. Als de wortels erg strak zitten, kun je ze voorzichtig losmaken om de wortelgroei te bevorderen.
- Plaats de plant in de nieuwe pot. Leg eerst een laag verse potgrond boven op het vulcastrat of de hydrokorrels. Plaats vervolgens de plant in het midden van de pot en vul de ruimte rondom de kluit met nieuwe potgrond, zodat de plant op dezelfde diepte staat als in de oude pot.
- Druk de potgrond voorzichtig aan om luchtbellen te verwijderen en zorg ervoor dat de plant stevig staat.
- Geef de plant royaal water om de potgrond te bevochtigen en eventuele luchtholtes te verwijderen. Als je een watermeter gebruikt, kun je de vochtigheid via deze weg meten en leiden.
- Als je in plaats van een watermeter een vochtmeter gebruikt, steek deze dan eenmaal per week in de potgrond. Belangrijk: Laat de meter niet in de potgrond zitten, want dan kan deze roesten. Dit kan de werking van de meter vervolgens aantasten waardoor hij niet meer nauwkeurig meet. Meet elke week voordat je water geeft even goed hoe de vochtigheid door de gehele pot is. Als de grond nog vochtig is, wacht dan met water geven.
- Plaats de plant na het verpotten op de juiste plek met de juiste licht- en wateromstandigheden. Geef de plant wat tijd om te herstellen voordat je opnieuw water geeft of voeding geeft. Voeding geef je in de maanden maart tot september 1 x per week en in de maanden september tot maart 1 keer per 2 maanden.
Het verpotten van een plant is een belangrijke verzorgingstaak en het is belangrijk om dit met zorg en aandacht te doen. Zo zorg je ervoor dat jouw plant gezond en gelukkig blijft!